Orkest
Orkest
Wij hebben een hond. Een vuilnisbak in mijn jeugd, hedentendage waarin het woord elk kwetsen moet vermijden noemt me het een mix. Vroeger beschimpt, tegenwoordig erkent als sterker, langer levend dan vele doorgefokte peperdure rassen. Mmm, en de mens?
Maar goed die hond. Met de hond wandel je meermaals per dag. En, wij wonen bij een plas. Een fraaie plas. Een, de eerlijkheid gebiedt dat te zeggen aangelegde plas, waarbij de inrichting volledig gefinancierd werd uit de verkoop van het gewonnen zand. Zo zo, slim van de gemeente hoor, een recreatieplas, budgetneutraal, hoor je niemand meer over trouwens. Gewonnen zand. Zand dat eerst als duinen werd opgespoten langs twee zijden van de ontstane plas, heerlijk voor kinderen om in te spelen, en, voor de oeverzwaluw zo bleek toen men een deel van het zand wilde verkopen. Deze zwaluwen gooiden roet in het eten door op dat mooie plekje zomaar te gaan nestelen, de oeverzwaluw werd en wordt nog steeds als beschermd verondersteld. Ergo, STOP!
Hoongelach van enkele medeburgers over het doorschieten van de regelzucht des overheids die zich nu beperkt zag door de eigen regels iets 'waardeloos' als vogels en natuur te beschermen, medeburgers die nu ongetwijfeld trots vertellen over de gekozen oplossing, een kunstmatige eiland, een betonnen nestelwand met diverse gaten, kansen voor nesten erin, en achter die wand, zand, zand en nog eens zand. De oeverzwaluw werd geacht te verhuizen naar die halve heuvel op dat door de mens bedachte en gecreëerde eilandje, en zowaar, wat die mens bedacht geschiedde. En nu zien wij de oeverzwaluwen laag en hoog over het water scherend op zoek naar foerage voor de jongen die zij elk jaar weer grootbrengen achter die betonnen muur met gaten.
De hond. De plas. De zwaluw.
Waar blijft dat orkest?!
Vanavond liep ik er weer. Het regende zacht terwijl wij liepen over het schelpenpad.
In de rietkraag begon plots ( jaja daar is ie dan) het orkest van de groene kikker, of beter, ik sprak van een orkest, de groene kikkers.
Oppervlakkig klinken al die groene kikkers hetzelfde. Tot je stilstaat, de tijd neemt en de spreekwoordelijke oren spitst.
Dan hoor je de verschillen. De schelle, waarvan je vermoedt dat dat een jonger niet al te groot exemplaar betreft. De zware klank van de belegen ervaren groene jongen.
En er was er vanavond één die mij deed lachen. Er zat iets hoogs in de kwaak, iets hees ook, en daarbij vermoedde ik een klein gaatje in de bollende wang die onder de hoge druk voorafgaand aan de kwaak het geluid creëerde van een zacht fluitende, leeglopende ballon.
Rh.

Reacties
Een reactie posten