De man
Jongens waren we. Nog geen 12. Korte broek, slippers, T-shirts. De zon scheen. Een snelle boterham thuis. Abonnement voor het buitenbad in de zwemtas, samen met de handdoek en zwembroek. Op de fiets. 'Let je op bij oversteken!'. ' Ja mam.' 'Blijf bij elkaar'. 'Ja mam'. Langs het loket. Zwempas. Links aanhouden, de kant van de mannen, jongens. 1 persoonskleedhokjes. Allemaal vol. Met zijn drieën de grote kleedkamer in. Deden we nooit, was meer voor de grote jongens. De stoere jongens. TL Balk. Koude betonnen vloer. Muur van donkerbruin baksteen. Hangende bankjes aan de muren. Zwart metalen beugel. Houten bankjes. Lat. Gleuf. Lat. Gleuf. Hij komt binnen. Kijkt ons aan. Grote glimlach. Man. Alles uit. Zijn lid. De gleuf. Zijn handen. Hij toont. Wij kijken. Willen niet zien. Verrast. Overvallen. Zijn blik brand op onze hoofden. Stilte. Er niet willen zijn. Zwembroek omhoog. Spullen pakken. Zwemmen. Snel vergeten. Niet willen herinneren. Zwemmen. Zwemmen....