Soep met ballen
Opgewarmde soep. De ballen zijn wat sompig geworden en de vermicelli is zo zacht dat de sliertjes lijken op te lossen zodra ik met mijn lepel een beetje in de kom roer. Voor ik een hap neem blaas ik even, vooral gewoonte, al wil ik mijn oude tong en gehemelte ook niet verbranden. De soep moet immers niet zo heet worden gegeten als ‘ie’ wordt opgediend. Zo is het ook met mij. Ik kan soms wat depressief overkomen. Het is maar een houding, een deel van mijn huidige rol. Natuurlijk heeft mijn leven leukere periodes gekend. Periodes waarin ik de grenzen van mijn spel kon verkennen, al of niet met behulp van geestverruimende middelen. Relaties waren er zo nu en dan. Ze duurde alleen nooit langer dan een half jaar of zo. In de jaren 60 en 70 volgden de relaties elkaar met hoge snelheid op. Misschien mag ik het ook niet als relaties bestempelen. Van het ene feestje naar het andere. Ik wierp mij in die tijd als een ware bohème in de wereld van de flowerpower, seks, drugs. Ik was...