Clarissa's fluisteren
Het komt goed fluisterde Clarissa in zijn oor, het komt goed. Ze probeerde hem gerust te stellen, maar hij was rustig, de woorden waren vooral aan haarzelf gericht, als een mantra, het komt goed, het komt goed, het komt goed . . . Zelf was hij op dat moment niet bezig met een vraag over wat er speelde, er was geen twijfel, geen angst, geen pijn. Er was niets. Wat hij ervaarde was een allesomvattende rust. Zonder dat het berusting was, berusting veronderstelt accepteren, accepteren veronderstelt iets als een denkproces in een verloop van de tijd. Tijd die hij niet registreerde, hoewel hij de tijd niet kon ontkennen lag dat wat wellicht de tijd was als een verstillende vederlichte warmende en tegelijkertijd verkwikkende deken over zijn lichaam, waarvan hij wist dat er een lichaam was, dat het het zijne was, maar toch, het was een lichaam alsof er zo een ander voor in de plaats zou kunnen komen. Zijn zijn was als een toeschouwer op het zelf zonder te voelen, zonder mens te zijn, een...