Geeltje - uno
Zo te zien was het een ruige nacht geweest. Paulo krabde een prutje uit zijn linker ooghoek en keek ernaar, zijn nagels waren zwart.
Opeens was het er weer. Het begon te klotsen in zijn maagstreek. Alles draaide. Op zijn weg naar de gootsteen hoorde hij her en der wat vallen, onder andere de kostbare vaas uit de Ming periode, een overblijfsel uit de tijd dat hij in de nacht de villawijken afging op zoek naar makkelijk geld. De vaas had hij nooit verkocht, het was de eerste keer dat hij iets meenam waarop hij direct verliefd was geworden, zijn eerste Chinese schone. En nu hoorde hij hoe die vaas in kleine stukjes brak op de flagstone vloer van zijn eigen huis. De weg naar de gootsteen was te lang en plots kwam de inhoud van zijn maag in grote golven uit zijn mond. Hij probeerde zijn mond te sluiten, de komende golf weer door te slikken, maar bij het slikken kwam de daaropvolgende golf alweer naar voren en zijn lippen klapten open onder de hoge druk, de zure zooi spoot rondom hem heen, zelfs in zijn eigen gezicht wat hem de ogen snel deed sluiten.
Met de ogen dicht zag hij haar weer liggen, zijn mooie Chinese verovering, hij zag weer wat hij met haar had gedaan, hoe haar kaken en ribben waren geknapt onder zijn vuisten, hoe de darmen uit de diepe snee in haar onderbuik puilden. Hoe ze verbaasd gekeken had naar hem, hij zag het Goddelijke groen van haar heldere iris, de fijne donkerdere strepen, hoe haar pupil van klein naar groot en weer terugveerde, hoe het leven uit haar gleed met met zucht, zonder een woord. Haar bloed had het hele appartement gekleurd, hij had haar door de gang getrokken, in haar ligbad gepropt, de douche aangezet.
Vreemd genoeg had hij daarna een enorme honger ontwikkeld, in de keuken had hij zich tegoed gedaan aan de enorme pan pasta en de heerlijke saus met fantastische gehaktballen zoals alleen zij die maken kon. Echt nog nooit had hij iemand ontmoet die zulke lekkere ballen had gemaakt. Nu ja, op zijn moeder na, vanzelfsprekend. God wat hield hij van zijn ouders. Zijn moeder overleed twee jaar geleden, nu had hij alleen nog zijn fantastische pa.
Ze zouden uit eten gaan, ze wou niet mee, had geen zin zei ze en daarom had ze gekookt zei ze in haar pikante kanten Gheisha outfitje. Het had hem opgewonden, toegegeven. Maar hé! Was dat hoe ze dacht met hem te kunnen spelen? Met hem? De grote Paulo? Er was iets geknapt, en goed ook.
Onder zijn nagels zat haar geronnen bloed. Zijn vuisten deden nog zeer van de dreunen die hij haar verkocht had. Hij was thuisgekomen, hij herinnerde zich nog wel dat hij met zijn Maserati Quattroporte onderweg een scooterrijder had aangereden, en hoe hij er een paar keer extra overheen gereden was om zich er zo van te vergewissen dat de berijder echt dood was. Een getuige had hij niet nodig, hij had de schedel horen knappen toen hij de wielen over het hoofd manoeuvreerde, die zou nooit meer spreken. De schade aan zijn trots was weliswaar aanzienlijk, maar dat hij de dader al gestraft had zorgde voor een kleine glimlach op zijn gezicht. Sommige zaken dien je meteen af te handelen was zijn motto.
Inmiddels stond hij voorovergebogen bij de wasbak en draaide de kraan open , er bleven wat gele blokken in het zeefje van de afvoer hangen..
De deurbel. Niet nu verdomme.
Een stem die hem bekend voor kwam.
'Open doen, politie, we hebben wat vragen voor u.'
Paulo nam de situatie, voor zover hem dat in deze staat lukte, snel op. Wat waren zijn kansen, hij zat nog onder het bloed, het zou geen probleem zijn hier bewijs te vinden, daarbij hadden ze ongetwijfeld zijn beschadigde trots voor de deur zien staan. Eigenlijk was er geen uitweg, hij wankelde naar de tafel, vloekte binnensmonds toen een scherpe steek door zijn linkervoet trok omdat hij op een scherf van zijn geliefde vaas stond. Bij de tafel waar zijn pistool lag, controleerde hij het magazijn, trok de slede naar achter, hoorde het droge doorschuiven van de kogel, liep naar de voordeur, meteen afhandelen zei hij tegen zichzelf, en leegde het wapen, dwars door de houten deur.
Na de laatste kogel bleef het doodstil. Onder de deur door kroop bloed zijn huis binnen. Paulo opende voorzichtig de doorzeefde deur. Op de grond lag hij, zijn maag- en borststreek roodgekleurd. Er pruttelde nog iets uit zijn keel.
Heel zacht zei zijn vader: Ik, ik, ik maakte een, een grapje, jong....

Reacties
Een reactie posten