Jagen
De stilte en rust van de ochtend herbergt tussen de fijne dwarrelende sneeuw een prachtige roffel. Ik laat de hond uit, muts op, het is koud, min zeven gaf de thermometer aan, iets verderop is een omheind landje waarop hoge populieren staan. Met regelmaat is daar het geluid van een specht te horen. Een mooie roffel.
Naarmate ik het landje nader probeer ik de specht te lokaliseren tussen de kale stammen en takken, een samenspel tussen zicht en gehoor. Ik ben niet de enige, iets verder zie ik een hondloze wandelaar met de hand boven de ogen richting hetzelfde landje kijken. Een andere wandelaar schiet mij aan; "... ja wat is dat rare geluid hè?" Op mijn tong ligt een vervelende opmerking, maar hè waarom toch Remco! Ik antwoord kort; 'een specht. '
Ik probeer goed te luisteren, en weet zo de locatie terug te brengen tot 3 populieren. Ze steken donkergrijs af tegen het net niet witte van sneeuw zwangere wolkendek, nu komt het aan op goed kijken.
Inmiddels zie ik dat de ander is doorgelopen. Zonde denk ik, waarom eerst de tijd nemen en dan alsnog doorlopen, geduld mensen, neem de tijd, een geduldige jacht is de beloning meer dan waard.
Want hoe mooi is om straks dat zwart witte lichaampje te zien met de rode accenten. Hoe mooi om die snavel tussen de 6 en 8 keer per seconde tegen de bast te zien kloppen. Stel je die spanning in de nek van dat relatief kleine vogeltje eens voor, verticaal tegen de boom hangend, de nek zie je iets naar achter, dan opeens, schiet de nek naar voren om daarmee de snavel met een onwaarschijnlijke kracht een prachtig geluid te horen voortbrengen. Zes tot acht keer per seconde. En waarom? Het kan zijn om een nesthol te maken, te communiceren met soortgenoten, maar ook, en dat lijkt me op dit moment het meest logisch, om te zoeken naar voedsel, hij is op jacht.
En dan opeens, ik zie 'm, in eerste instantie slechts een zwarte uitstulping aan de meest linker van de drie bomen. Ik focus, en ja hoor langzaam zie ik de details, het zwart toont het wit en het rood, het is de kleine bonte specht!
Wat een schoonheid. Ik luister naar het hameren, bewonder het silhouet tegen het licht.
Ik las in de krant dat voor jagers op wilde zwijnen de avondklok niet geldt, en stel mij voor hoe ik buiten loop na negenen, zonder hond, een handhaver spreekt mij aan, vraagt wat ik daar doe, en ik antwoord; ' ik jaag, net als u op vreemde en minder vreemde vogels, maar dan alleen met woorden in mijn hoofd.'
Reacties
Een reactie posten