De 100 meter



Nog één keer maak ik de veters los, strik ze nogmaals. Iets strakker? Of toch iets losser? Elke irritatie en  afleiding vermijden. Het inlopen ging goed. De tegenstand is niet verkeerd, enkele jongens ken ik van eerdere wedstrijden. Slokje water. Opperste concentratie, de finale, één moment. Dan moet het goed gaan. Alles moet kloppen. Nogmaals controleer ik het startblok. Zet mijn linker en rechtervoet op de blokken, mijn handen  op de lijn. Duimen naar binnen, overige vier vingers naar buiten. Ik kijk naar de lijn, concentreer me, kom omhoog, voel de spanning op mijn achillespezen, kuiten, hamstrings, onderarm en pols. Ik tel tot 3, pam, daar ga ik, ik neem een pas of 10. Dat voelde goed. Nog een paar minuten voor de starter zal schieten. Hij is een bekende, ik weet precies hoe lang hij wacht voor het schot, dat is een voordeel. Trek mijn trainingsbroek uit. Spring een paar keer van spanning. Focus, richt mijn blik op de eindstreep, 100 meter verder. 100 meter in een rechte lijn. Mijn PR ligt op 10.69. Dat moet vandaag lukken, dan is er kans op een podiumplek. De windvaan staat gunstig. Trainingsjas uit. Ik sla mijn armen heen en weer. Spring een paar keer met beide benen omhoog en raak met mijn hakken mijn billen. Wil eigenlijk even schreeuwen om mijn longen daarna vol te zuigen. Het eerste laat ik. Het moment is bijna daar. Iedereen maakt zich klaar. 8 man. We worden naar de blokken geroepen. Ik voel de ader in mijn hals kloppen. Kaboem, kaboem. Niet op letten. Concentratie. Ik druk de Spikes tegen de blokken, voel de spanning opbouwen in mijn beenspieren. Heerlijk.  Het moet nu gebeuren.  De starter roept, ik kom omhoog. Beelden. Als klein jongetje in Emmen bij de tijgers. Achter een raam. Een tijger sjokt op mij af zonder enige aandacht te geven aan dat mensenjong achter het raam. Vlak voor mij staat deze grote kat, het lichaam trekt samen, ik zie de machtige spieren opzwellen en de tijger schiet opeens met grote snelheid omhoog. In één sprong zit hij op de tamelijk hoge rots naast het raam. Die kracht, die explosiviteit, die is nu nodig. PANG! Weg!  Snel reageren is essentieel, fase één, versnellen. De eerste tien meter zijn de passen krachtig en kort, zeer snel daarna vergroot iedere sprinter zijn passen.  Carl Lewis. Zijn loopstijl is ongeëvenaard. Met een mechanische regelmaat flitsen zijn handen om en om met grote snelheid strak in lijn met zijn in 90 graden gebogen onderarm omhoog. De benen komen mooi mee, knieën omhoog, grote lange passen die de hoge frequentie van het armritme nauwgezet volgen . Bovenlichaam kaarsrecht omhoog.  Gezicht strak, opbollende wangen bij de ademhaling. Pfoe, pfoe, pfoe.  Blik strak op de finishstreep. Als een machine. Wat een beheersing. Zo loop ik dus, althans zo wil ik lopen. De topsnelheid nadert. Vasthouden nu. Nog een meter of 30. Naar voren kijken,  alleen naar voren. Zie alleen de streep. Armen blijven opzwaaien, knieën met kracht omhoog, maak die pas. Je kunt het! Gaan! Verzuring, pijn in mijn  armen, kuiten, hamstrings, knallende kop. Ademhalen, gefaseerd. Zorg voor zuurstof. Vertraging, niet aan toegeven, nog een meter of 10. Gaan, gaan.  Nog één grote stap. Lichaam naar voren gooien, niet vallen! Alles leeg. Mijn longen schreeuwen om zuurstof. Rauwe keel, bloedsmaak. Water. Water!

(c) RH 14/03/2013

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ajax Seizoen 24/25

Hypoglycemie?

Nieuwjaarsdag